foto: Conducting Colours - edition Heimland - Sans Parure, 2025. Een installatie/ muzikale performance met behulp van animatie en creatieve technologie.
Grafische partituren, wat wil en kan ik ermee?
Muziek en beeld zijn voor mij onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Binnen de rijke wereld van muziekvisualisatie fascineert de grafische partituur mij mateloos. De visuele taal van een partituur samen met een uitvoering van live musici, zet alle externe én interne zintuigen zoals herrinnering en intuïtie in werking. Ik vraag mij af, of ik zonder ervaring in de muziek ook kan componeren. Een grafische partituur biedt mij de mogelijkheid om dat verlangen te volgen, een ingang om als beeldmaker ook muzikaal de diepte in te gaan.
De studie bij CrossYart was een stap in het onbekende, een nieuw netwerk. De gesprekken, coaching en salons waren telkens inspirerend en leerzaam. Vooraf wist ik welke periode ik beschikbaar had om vrij te maken voor mijn studie en ik heb die periode ook echt volop gebruikt om te lezen, te kijken, luisteren en vooral is gebleken te verzamelen. Er is sinds de jaren 1950 veel ontstaan, gemaakt en gegroeid op het gebied van de grafische partituur, het is een beweging binnen de kunst geworden. Ik wilde ontdekken welke vorm bij mij past.
Om tot een antwoord te komen op die vraag ben ik eerst in mijn eigen verleden gedoken. Wat waren mijn visuele voorkeuren in kindertijd, welk pad heb ik gevolgd naar makerschap en hoe is mijn visie op ambacht en kunst ontwikkeld. Was er bijvoorbeeld een moment waarop ik echt gegrepen werd door iets op zo’n manier dat ik er echt wel iets mee moest, een openbaring. Dat was er en die had te maken met animatie. Op een druk feest zag ik ergens op een klein scherm bewegend beeld dat me fascineerde, ik bleef er naar kijken terwijl de wereld om me heen in slow motion doorbewoog. Pas veel later heb ik uitgevonden van wie dat was, namelijk Bruce Bickford in opdracht van Frank Zappa… lees verder
1. Studie archief van Udo… lees verder
Udo Prinsen
foto: fragmenten uit het studie procesdocument, 2024
Én én én én én én én én én
Dit verslag is een poging om iets vast te grijpen.
De laatste tijd is er een onstilbare honger naar informatie bij mij ontstaan.
Door allerlei veranderingen in mijn leven ben ik in een reflectieperiode beland. Het begon met het idee dat ik dingen anders moest doen dan ik deed. Ik wilde opnieuw in kaart brengen waar mijn waarachtige kern zit in mijn werk als kunstenaar, wie ben ik en wat wil ik eigenlijk? Maar hoe meer ik ermee bezig was, hoe groter het werd. Alles werd duizend keer meer en alles bleek verbonden.
Er gebeurt zo veel in de wereld, er zijn zo veel problemen die te groot zijn om er grip op te krijgen. Het zijn ideeën en fenomenen die te veel zijn voor een individu, het is te veel voor mij. Om toch die grip te vinden, ben ik veel gaan lezen (Literatuurlijst). Ik vond bij deze schrijvers de woorden voor de vragen, twijfels en ideeën waar ik al langer mee rondliep. Ik heb niet van tevoren bedacht welke boeken ik wilde gaan lezen, gaandeweg zag ik pas de overeenkomsten tussen de schrijvers. Zo hebben ze allemaal hart voor de natuur, voor mensen en voor het leven. Ze hebben ook gemeen dat ze onderzoek doen naar manieren om de schoonheid van het leven in het licht te zetten. Het eerste boek dat ik gelezen heb is Een vlecht van heilig gras door Robin Wall Kimmerer, waarin de schrijver op een inspirerende manier vanuit een wetenschappelijke en Potawatomi Inheems-Amerikaanse oogpunt vertelt over hoe de mens integraal onderdeel is van de natuur. Het inspireerde me om te gaan zoeken naar de basis van het leven, van mijn leven… lees verder
Pieke Bergmans
foto: Performance ‘Silent Transformation’ (Nicholas Burrough), 2023
Mijn onderzoek richt zich op de vraag: Zijn we in staat voorbij ons mens georiënteerde denken te komen en om niet-menselijke perspectieven in te nemen?
Als kunstenaar ben ik op zoek naar verbinding en interactie met het publiek: Ik wil een tussenwereld creëren waarin verschillende vormen van 'zijn' worden verkend en waarin het publiek wordt meegenomen in een droomstaat. Mijn fascinatie voor water, (water)dieren en de zintuiglijke ervaring van die wereld vormt de kern van deze CrossYart studie.
Mijn performances bevinden zich op het snijvlak van beeldende kunst en theater, vaak in de openbare ruimte of natuur. Ze kenmerken zich door interactie, kostuums, humor, beweging en samenwerking met musici en performers. De motivatie voor dit onderzoek ontstond vanuit eerdere werken zoals Jellyfish Tree en Silent Transformation, waarin de onderwaterwereld centraal staat.
Ik heb een Octopus Archief aangelegd, onderverdeeld in acht hoofdstukken. Mijn fascinatie voor de octopus, een intelligent en veelzijdig organisme, heeft geleid tot de naam van mijn archief. De veelzijdigheid van mijn werk en de verschillende breinen die ik daarbij gebruik, zorgen ervoor dat ik me in die hoedanigheid met een octopus identificeer. Aan de hand van informatie en inzichten verkregen uit boeken, artikelen, lezingen, tentoonstellingen, interviews en workshops onderzoek ik de - volgens mij belangrijkste - elementen die elk met elkaar te maken hebben en die ik voor het overzicht beschouw als de acht tentakels van mijn kunstenaarspraktijk.… lees verder
Octopus Archief… lees verder
Interview met Clarinde Wesselink… lees verder
Interview met Fleur Visser… lees verder
Victorine Pasman
foto: Stone nr.2, marble , two parts 30 x 60 x 12cm, 2018–2024
Wetenschap: een Theory of Everything of een zoektocht naar de heilige graal?
Aan het begin van deze studie stapte ik met een onbevangen blik in het onderzoeksproces, waarin wetenschap door mij werd voorgesteld als objectief en rationeel. Wat ik tijdens deze studie echter heb geobserveerd, is dat wetenschap net zo menselijk is als elke andere discipline: beïnvloed door machtsdynamieken, culturele context en persoonlijke bias. De vele concurrerende theorieën lijken eerder voort te komen uit een menselijke behoefte om orde te scheppen en die op te leggen aan een werkelijkheid die misschien helemaal niet ‘oplosbaar’ is
Ik realiseer me hierdoor dat ik als kunstenaar een minder begrensde benadering kan hebben. Kunst opent juist mogelijkheden waar de wetenschap stopt. Waar een wetenschapper zoekt naar verklaringen binnen vaste kaders, kan ik mij als kunstenaar vrij bewegen in het onverklaarbare en daar iets laten ontstaan dat verder gaat dan interpretatie. Misschien is dat wel de ruimte waarin echte kennis (of het besef van niet-weten) kan opborrelen.
Dit raakt aan iets essentieels in zowel kunst als filosofie: het vermogen om de wereld te benaderen zonder de drang om alles te verklaren of vast te leggen. Ik creëer paradoxen in mijn werk om een moment van “niet-zijn” of een intuïtief oerweten op te roepen. Dat moment, buiten de taal en structuren die we gebruiken om grip te krijgen op de werkelijkheid, voelt misschien wel als het dichtstbijzijnde wat we kunnen ervaren van de waarheid — zonder dat we die waarheid hoeven te benoemen.… lees verder
Eindverslag CrossYart studie… lees verder
De "Observer-Bias Loop" in Realiteit en Bewustzijn… lees verder
Kirsten Hutsch
foto: Decipering the Artist’s Mind, Artist’s Studios serie, 2018
Fotografie als medium
Uitgangspunt van deze studie is de relatie tussen fotografie en het “geroofde” beeld, maar ook het verkrijgen van een beter inzicht in welke ideeën, werkwijzen en techniek ten grondslag liggen aan mijn werk. Ik maak voornamelijk gebruik van fotografie en textiel maar schuw het experiment met andere materialen niet.
Ik baseerde mij deels op filosofisch getinte teksten over dat medium, met name de opvattingen van Susan Sontag (1933-2004) zoals beschreven in haar boek ‘Over fotografie’ en zette deze af tegen die van Ariella Azoulay (1962-) zoals verwoord in ‘A Political Ontology of Photography'. Maar ook betrok ik, zij het in mindere mate, de opvattingen van Vilém Flusser erbij. Omdat het denken van deze theoretici van belang is voor mijn werk is het verhelderend eerst een korte schets te geven van door mij gebruikt beeld, techniek en materiaal en ook hoe mijn werk zich verhoudt tot de geschiedenis en tot de hedendaagse kunst. Een belangrijke ontdekking die ik deed bij deze overwegingen is het belang van de rol die het surrealisme, met de vrije associaties en invloed van het onderbewuste, speelt in mijn denken.
Mijn denken kan omschreven worden als een voortdurende dialoog tussen materie, herinnering en betekenis. Ik zoek niet naar vaststaande vormen, maar naar de spanning tussen wat zichtbaar is en wat verborgen blijft – tussen de tastbare wereld en de ongrijpbare concepten die daaraan ten grondslag liggen… lees verder
Berend Strik
foto: Detail Moeder en Kind, 2021 (Gert Jan van Rooij)
Terug naar de dingen zelf
Ik kwam naar CrossYart met het verlangen om terug te keren naar de fenomenologie van filosoof Maurice Merleau-Ponty, die een grote inspiratiebron in mijn werk is.
Mijn plan was mijn artistieke praktijk theoretisch te verdiepen door zijn werk opnieuw te bestuderen, en door andere boeken te lezen die een verbinding maken tussen de fenomenologie en de kunst. Om vervolgens, geladen met nieuwe inzichten, te reflecteren op mijn artistieke praktijk. In het verlengde daarvan wilde ik onderzoek doen naar de verbinding met mijn publiek; wat deel ik over diepere lagen en motieven die in mijn kunst besloten liggen?
De afgelopen maanden is het een uitwaaierend onderzoek geworden. Een associatief onderzoek wat me langs verschillende boeken en kunstenaars leidde, maar ook vooral naar diepere lagen in mezelf.
Uiteindelijk is het een zoektocht geweest naar hoe ik vrijer kan zijn, hoe ik mezelf kan bevrijden van interne censuur, van bepaalde angsten, en van het zoeken naar legitimatie voor mijn werk… lees verder
Reflecties op ‘De Fenomenologie van de Waarneming’… lees verder
Performancetekst ‘Terug’… lees verder
Interview Dries Verhoeven… lees verder
Interview Eva Spierenburg… lees verder
Interview Richtje Reinsma… lees verder
Roos van Geffen
Het oefenen van aandacht als levensvorm binnen een kunstenaarspraktijk
Cycli is mijn langlopend kunstzinnig onderzoek dat verdieping vond tijdens de CrossYart studie, gebaseerd op kennis uit de astronomie, antropologie, biologie, musicologie, kunstgeschiedenis, sociologie / politieke economie en filosofie. Er werd gelezen en geconverseerd over cycli in relatie tot de ruimte om ons heen, met name vanuit het perspectief van geluid, het menselijk lichaam, het landschap en geografie, en de hemellichamen zoals zon en maan.
Het cyclisch tijdsperspectief is hierbij een fundamenteel beginsel. De Andes cultuur vormt voor mij een referentie van hoe mensen relateerden tot het begrip ‘tijd’ op een fysieke en contemplatieve wijze. Hierbij werden rituelen gerealiseerd en architecturen gebouwd die de connectie tussen de kosmos en ons leven op aarde vierden. Ook zijn er hedendaagse (kunst)praktijken die een vorm van harmonie met onze omgeving als thema hebben, waarbij visuele krachten een rol kunnen spelen, maar vooral waar vitale energie wordt belicht. Door de huidige tijd proberen te begrijpen kunnen ook filosofische voorstellen gemaakt worden over respectvolle en circulaire perspectieven ten opzichte van ons bestaan en dat van andere vormen van leven op aarde. Een meer politiek en maatschappelijk perspectief is iets dat voor mij onderbelicht gebleven is. Ik verlangde meer te weten hoe mijn werk binnen de huidige tijd valt, een tijd waar, binnen mijn geürbaniseerde leefcontext, minder met de natuurelementen wordt geleefd. Toch sta ik hiermee in aanraking, al is het onbewust. Ik vind het belangrijk met primordiale elementen in connectie te blijven, zoals lichaam, stem, ademhaling, als existentiële basis waarin werk en leven samengaan. Hoe verhoudt dit zich tot de hedendaagse stedelijke samenleving waarin ik leef? Leven, Werk, Studie - deel 1… lees verder: - deel 2… lees verder
Interview met Louwrien Wijers en Egon Hanfstingl: Het Alledaagse in een Bezield Leven
Interview met Budhaditya Chattopadhyay: Listening to Overcome
Janneke van der Putten
Video still: 'When the Voice Became Space' ,* Eye of the Sahara
, Mauritanië, 2022 – *citaat van Sajjra Xhrs Galarreta
Bron van onvoorspelbaarheid
Om mijn kunstwerken te kunnen maken, die vaak groot zijn, werk ik samen met anderen. Ik noem ze mijn ‘assistenten’ of ‘team’. Deze mensen assisteren mij om de beelden in mijn hoofd in de fysieke wereld te realiseren. En die ideeën zijn vaak groot; zo denk ik nu eenmaal het liefst. Tegelijkertijd is het samenwerken ook intensief. Het kost veel energie en hoe minder ik daarvan heb, hoe modderiger de samenwerking verloopt.
Hoe kan ik beter leiding en richting geven? Op welke manieren past samenwerken bij mij en hoe pakken anderen dit aan? Ik wil graag dat mensen spelen met mijn materiaal, maar hoe motiveer ik ze daartoe en hoe verbetert dat het werk? Hoe verbind ik het toelaten van een ander met de doelen die ik stel voor mijn kunstwerken? Deze vragen heb ik onderzocht aan de hand van literatuur, interviews met teamleden, interviews met externe ervaringsdeskundigen en persoonlijke reflecties… lees verder
Cecilia Rebergen
foto: Dysfunctional Variations, 2019
Democratisch schrijven, een werkboek
Als schrijver van zowel poëzie als proza word ik vaak geconfronteerd met de verschillen tussen deze genres. In poëzie heb ik altijd een grote mate van vrijheid ervaren, zowel in het scheppen van teksten als behandeling van die teksten door redacteuren en uitgevers. In de keuzes die ik maakte wat betreft vorm en inhoud werd ik als dichter vertrouwd, omdat we in de poëzie gewend zijn dat auteurs nieuwe vormen uitvinden voor hun inhoud, zodat die twee maximaal samen kunnen vallen.
In proza lag dit vanaf het begin anders. De scheidslijnen tussen verschillende subgenres (de realistische roman, memoires, jeugdliteratuur, sciencefiction, etc.) waren veel minder vanzelfsprekend fluïde, zoals ik dat vanuit de poëzie gewend was, en experiment werd niet zomaar verwelkomd. Poëzie was een veilige niche met een extreem gespecialiseerd publiek, dat niet schrikt van taalvernieuwing. Proza is voor de massa, voor zover daar in de literatuur van een in rap tempo ontlezend land nog sprake van is. Daarom wilde ik ook proza schrijven, en fictie bovendien. Maar in de fictie zoals die meestal en vooral verschijnt herkende ik de waarden van mijn schrijverschap niet.
Het onderzoek waar je nu het verslag van leest, richtte zich in eerste instantie op het vinden van voorbeelden in de Nederlandse literatuur bij schrijvers die met vergelijkbare dingen bezig waren.… lees verder
Hannah van Binsbergen
foto: etalage boekhandel Athenaeum, Amsterdam 2022
Een onderzoek naar De Ander(en), inleiding en toelichting door CrossYart op het werkboek.
De relatie tot de ander is uitgangspunt, onderwerp en de motor van haar werk. Cindy beschouwt haar werk als een middel voor ontmoeting en voor verbinding maken en onderzoekt posities die daarbij worden ingenomen.
Wat de conclusie over het proces oplevert naar aanleiding van deze studie is dat de ander, met name ook de samenwerkingspartner, ertoe doet. Zij staan tenminste op gelijke voet met de anderen die later komen, en misschien nog wel in een diepere verbinding met Cindy’s werk want precies daar ontstaat een vorm die niet reproduceerbaar is en die aan de formele kaders ontsnapt. Daar ontstaat een ruimte om met haar werk bestaande regels te herdefiniëren
Waar in eerste instantie anderen als eng, bedreigend en om met Sartre te spreken als ‘de hel’ voelden was het nu tijd voor een nieuwe definitie en een andere benaming. Voor Cindy is het van belang dat de ander een medespeler is en daarin verschillende rollen kan aannemen. Je kunt bijvoorbeeld een samenwerkingspartner zijn, de ander die er is voordat het werk er is. Of de deelnemende ander in de vorm van publiek of een lid, iemand met een langduriger betrokkenheid die het enkele werk overstijgt. Bij deze drie hoofdbenamingen hoort meteen een positie… lees verder
Eindconclusie en werkboek door Cindy Moorman… lees verder
Interview met Cindy Moorman… luister hier
Cindy Moorman
foto: the Objects, a music score for 16 singers, 2021
Lezenkijken of kijkenlezen – over de poëtische ruimte tussen beeld en tekst
Er zijn dingen die ik anderen wil laten zien waar de camera niet bij kan. Ik werk met fotografie en tekst. Woorden kunnen dingen die beelden niet kunnen, en omgekeerd. Waar ze elkaar ontmoeten is een speelveld, en dat is waar ik werk, schuif en combineer. Ik maak installaties, video’s en publicaties rond thema’s als rouw, geestesziekte en de relatie tussen mens en natuur. Vanuit de inhoud van mijn projecten kom ik tijdens het proces telkens op nieuwe vormen uit, alsof het werk zelf zijn vorm bepaalt. Hoe divers die vormen ook zijn, het is altijd een ontmoeting tussen beeld en tekst: Een projectie in een aardedonkere ruimte waarbij een voice-over filosofeert en zingt. Een reeks portretten achter gekleurd handgemaakt glas, waarvan de zichtbaarheid veranderd wanneer je erlangs loopt, omringd door dialogen die op kaartjes te lezen zijn. Een foto die in zijn lijst kan bewegen, die je als bezoeker in je handen kunt houden terwijl je omringd wordt door essayistische teksten aan de muur.
Het blijft voor mij, keer op keer, een zoektocht hoe beelden en woorden samen het beste te presenteren. Het gevaar dat het één het ander overschaduwt ligt altijd op de loer. In exposities worstel ik met de plaats van tekst; veel tentoongestelde tekst oogt saai en overdreven studieus, en een tentoonstellingsbezoeker heeft zelden de rust om uitgebreid te lezen. In boekvorm komt tekst veel beter tot z’n recht, maar daar worden weer vele grenzen gesteld aan het beeldende: een grote print, een diaprojectie of ruimtelijke installatie past niet op de bladzijdes. Hoewel ik vanuit de fotografie kom (dat is wat ik studeerde) is schrijven steeds belangrijker aan het worden en ik schrijf ook veel teksten die op zichzelf staan, publiceerde de afgelopen jaren veel in literaire tijdschriften en ben bezig met een manuscript voor een roman, waarvoor ik een beurs van het Letterenfonds heb ontvangen. Hoe blij ik ook ben met mijn groeiend schrijverschap, ik wil niet dat het de plaats van mijn kunstenaarschap inneemt. Ik wil vormen vinden waarin beide kunstvormen elkaar versterken… lees verder
Concluderend essay… lees verder
Sanne Kabalt
foto: An artist book for the loss of winter with a combination of Toyobo photopolymer prints and poems. 2023
Het verlangen om inhoudelijk onderzoek te doen naar de kernwaarden en thematiek in mijn eigen werk ontstond een jaar geleden. Een werk dat ik in 2021 maakte riep dermate veel vragen op dat ik er een studie omheen kon inrichten. Het was een periode van reflectie door de pandemie en tegelijkertijd merkte ik een verlies van het enthousiasme van het maken. Het was een werk dat ontstond vanuit een gevoel van urgentie maar tegelijkertijd voelde het als een shot in the dark. Omdat ik het moeilijk te omschrijven vond, bracht ik het onderwerp van mijn studie onder het begrip klimaatverandering. Het werk had immers iets dystopisch: vervallen stedelijke infrastructuur in het midden van een beboste omgeving. De natuur had haar plek terug geclaimd.
Mijn doelstelling was om de kern van mijn werk te ontleden en vanuit daar de verbanden te leggen tussen de kernwaarden en fascinaties. Daarbij beoogde ik het creëren van een basis door vanuit een studerende houding het onbewuste te voeden als een basis voor nieuw werk voor de komende jaren… lees verder
Kevin Bauer
foto: Half Past History, Paltz Biënnale, 2021
Wat is MOD-platform?
Mijn onderzoek is voortgekomen uit de initiële vraag; hoe samenwerkingsverbanden in de kunstsector beter ingebed kunnen worden in mijn kunstenaarspraktijk. Via diverse literaire werken over wetenschapsfilosofie, evolutionaire biologie, antropologie en ouderwets proza is mijn visie over hoe ik werkzaam wil zijn aan het wankelen gebracht.
In het document MOD-grondbeginselen geef ik een bredere toelichting op de manier van denken van waaruit ik naar de toekomst gericht verder aan het werk wil in de kunstsector. ‘MOD-grondbeginselen’ gaat voornamelijk over waarom we waarderen wat we waarderen, kritiek op de manier hoe dit ons vast kan zetten in structuren van macht en belangrijker nog wat nieuwe denkstappen kunnen zijn om daaruit te geraken. Een van de belangrijkste concepten is de erkenning dat waarde voortkomt uit netwerken, dit is sterk geïnspireerd op ideeën over sympoiesis, en de rol van symbiose in ons denken over natuur en evolutie zoals Donna Haraway dat uiteenzet in haar boek Staying with the Trouble (2016). Niks ontstaat in een vacuüm, menselijke en niet-menselijke relaties zijn afhankelijk van de gezondheid van netwerken waar we deel van uitmaken net zoals de individuele prestaties die daaruit voortkomen. Wanneer we allemaal omhoog aan het staren zijn, vergeten we weleens om naar de compost laag en het "anonieme" bodemleven te kijken en eenzelfde waardering op te brengen voor al dat anonieme werk wat die uitzonderlijke posities überhaupt mogelijk maakt.
Als MOD-platform wil ik actief bijdragen een paradigma verschuiving richting meer sympoietisch werken en denken. Ik stap uit de rol als individueel kunstenaar en zie mezelf in een nieuwe rol als netwerk beheerder… lees verder
MOD-Grondbeginselen… lees verder
Jonas Wijtenburg
foto: Becoming, Unbecoming, Rebecoming a position #1, 2018